Persbericht: Nieuwe Nederlandse app Aware maakt ‘alleen zijn’ veiliger

Persbericht Aware App iPhone

Nederland telt steeds meer alleenstaanden. Liefst 2,5 miljoen Nederlanders zijn alleenstaand. Het CBS verwacht dat in de toekomst zelfs één op de vijf personen alleen woont. Een nieuwe Nederlandse app geeft alleenstaanden een veiliger gevoel.

Vooral onder ouderen is een sterke toename van alleenstaanden. In lijn met de toegenomen vergrijzing en de versobering van de zorg, wonen ouderen langer dan ooit alleen.

Daarom wil de Groningse startup Aware alleen zijn veiliger maken. De nieuwe Aware-app biedt alleenstaanden het vertrouwen dat familie en vrienden weten hoe het met ze gaat. Gaat het niet goed, dan stuurt de app uit zichzelf een hulpverzoek naar bekenden.

 

Weten hoe het met je moeder gaat

"Ik heb regelmatig contact met mijn moeder" zegt Zareh Geertjes, samen met Eds Keizer de oprichters van Aware. "Ik spreek haar elke week wel. Maar ik wil tussendoor ook wel even weten hoe het met haar gaat. Daarom hebben we Aware gemaakt. Zodat het makkelijker dan ooit is om te weten dat het goed gaat met je ouder, een ander familielid of een vriend."

 

Zo werkt Aware

Met de smartphone-app Aware laat je één keer per dag aan familie en vrienden weten dat het goed met je gaat. Je contacten in de app zien dat dan meteen terug. Als je niet reageert op de berichten, verstuurt de app automatisch een hulpverzoek naar je contacten in de Aware-app. Familie en vrienden kunnen na zo'n verzoek met één druk bellen, of zeggen dat ze eraan komen. Zó maakt Aware ‘alleen zijn’ veiliger.

Aware is vanaf nu gratis te downloaden op de iPhone: https://itunes.apple.com/app/id1016792916

De app verschijnt binnenkort ook op Android.

--------

Voor de pers:

Foto’s en beeldmateriaal:

Onze film “Dit is Aware”: https://www.youtube.com/watch?v=Aka6e8iJJZE


HOE SCOORDE DIT PERSBERICHT?

Aware kon meteen na het versturen van het persbericht op 28 september 2015 rekenen op veel aandacht in de pers. Onder andere iCulture, LibelleDaily, Dagblad van het Noorden de Volkskrant, het Algemeen Dagblad, Bright, Numrush en De Telegraaf schreven over de app. iPhoned riep het zelfs uit tot app van de week. Op de website van het Launch Café werd de persaandacht zo omschreven: 'Startup Aware maakt een droomstart.'

Ook de perscommunicatie van je app door Appmeister laten verzorgen? Neem contact met me op!

De vijf beste apps die appdesign bepaalden

Vijf best practices app design

In juli 2013 bestond de Apple App Store vijf jaar. Dit waren de grootste trendsetters op appdesign tot dat moment. Van Tweetie tot Clear: deze apps bepaalden hoe apps ogen en functioneren.

Op Appmeister.nl herpubliceer ik geselecteerde content die ik schreef voor iCulture.nl (voorheen iPhoneclub.nl). Dit artikel verscheen op 12 juli 2013 ter ere van de vijfde verjaardag van de Apple App Store.

Ter gelegenheid van 5 jaar App Store hebben we woensdag de actuele cijfers van de App Store op rij gezet en namen we donderdag een diepe duik in de geschiedenis van de App Store. Vandaag spitten we wederom door het archief, maar met een andere insteek. We zetten vijf apps voor iPhone en iPad op rij die van toonaangevende betekenis zijn geweest voor het ontwerp van iOS-applicaties en de manier waarop ze fungeren. TweetieFlipboardFacebookPath en Clear: trendsetters in app-design.


19 november 2008: Tweetie

Design-esthetiek en pull-to-refresh

App design best practices Tweetie

Het is moeilijk voor te stellen, maar in de eerste vier maanden van de App Store was er eigenlijk nog geen iPhone-app met een uitgesproken design. Je kon het vergelijken met de eerste websites: je kon van de ene pagina naar de andere gaan en het werkte allemaal wel, maar qua uitstraling zat er nog niet echt een gedachte achter. Totdat ontwerper Loren Brichter op 19 november 2008 onder de bedrijfsnaam atebits zijn Twitter-app Tweetie uitbracht. Het was de eerste applicatie met design-esthetiek. De applicatie stopte alle belangrijke informatie in één hoofdscherm waarvan slechts de knoppen onderin je naar andere pagina’s stuurde, en daarnaast oogde hij strak. Geen kleurenbrij, maar een uiterlijk van vaste blauw- en grijstinten, afgemeten icoontjes onderin de menubalk en overgangen van scherm naar scherm die afgewerkt voelden. Alles klopte.

Maar het huzarenstukje van Tweetie: pull to refresh. De handeling van een pagina naar beneden trekken om de informatie erop te verversen, werd zelfs overgenomen door Apple’s standaard mail-app en is inmiddels in geen enkele applicatie meer weg te denken. Noem nog maar eens een toepassing waarin je op een knop met een rond pijltje moet drukken om gegevens te verversen. Die gewoonte is zo goed als uitgestorven. Pull to refresh was de eerste vorm van ‘visceral design‘. Een beweging die in zoverre lijkt op een aanspanning van een spier, dat er kracht bij vrijkomt. Een ander voorbeeld daarvan is de plus-knop in Path, of de pinch-to-zoom beweging om een nieuwe taak te openen in Clear. Op 20 augustus 2010 diende Brichter een patent in op de pull-to-refresh. Op 21 mei dit jaar werd het patent erkend.

Tweetie is niet meer als zodanig te downloaden: de app is overgegaan in Twitter.
Lees op iCulture meer over Tweetie.


21 juli 2010: Flipboard

Animaties en witruimte

App design best practices Flipboard

Nieuwsapps? Die waren echt niet nieuw meer toen Flipboard zijn introductie deed op de iPad op 21 juli 2010. Maar Flipboard sloeg desondanks direct aan, en dat heeft één voorname reden: design. De nieuwsapplicatie probeerde niet, zoals zoveel andere iPad-apps, een papieren magazine na te doen, maar bedacht een totaal nieuw concept: het iPad-nieuwsmagazine. Een grote foto om je mee te verwelkomen, een overzicht van artikelkoppen en -inleidingen met ontzettend veel witruimte en: de beroemde flipover-animatie.

Bladeren door Flipboard ging met een animatie die doet denken aan een scorebord van een sportwedstrijd: je ‘flipt’ een pagina naar boven om bij de volgende te komen. De visuele truc zette de deur open naar nog veel meer frivole animaties in apps. Denk maar eens een de ‘accordeon’: het zogenaamd uiteen trekken van een stapel papier met een veegbeweging of pinch-to-zoom, zoals in bijvoorbeeld Twittelator Neue.

Achteraf kunnen we echter stellen dat de witruimte die Flipboard aan artikelen in het overzicht gaf, misschien nog wel toonaangevender was. De app deed geen poging zoveel mogelijk informatie op een pagina te stoppen, maar gaf artikelen ademruimte. Het was misschien wel de eerste applicatie die leesbaarheid op het touchscreen echt overdacht.

Downloaden: Flipboard
Lees op iCulture meer over Flipboard.


10 oktober 2011: Facebook

Het hamburgermenu

App design best practices Facebook

Het was nog midden in de tijd dat Facebook zijn app op de HTML5-programmeertaal bouwde, wat de toepassing vreselijk traag maakte. Maar toch deed het sociale netwerk op 10 oktober 2011 een schot in de roos. Facebook vernieuwde zichzelf op de iPhone en bracht een iPad-app uit, maar deed nog een uitvinding die inmiddels niet meer weg te denken is uit apps. Het Hamburgermenu. Geen grap, zo heet het menu met drie streepjes linksboven in beeld echt.

Facebook nam in versie 4.0 afstand van het hoofdmenu met icoontjes naast en boven elkaar waar je steeds naar terugkeerde, en ruilde het in voor een ‘schuifmenu’ met alle secties van de app onder elkaar genoemd. Die bereikte je met de Hamburger linksboven in beeld. Het is uitgegroeid tot dé standaard voor een menu in apps. De informatie in beeld wordt niet meer beperkt door een stel menuknoppen onderin beeld, maar heeft gewoonweg meer ruimte. Het menu bereik je namelijk simpel met een knopje in de bovenbalk, die toch al in beeld stond.

Downloaden: Facebook
Lees op iCulture meer over Facebook.


30 november 2011: Path 2.0

Kleine designvernieuwingen met grote gevolgen

App design best practices Path 2.0

“De mooiste app die door niemand wordt gebruikt” reageerde een lezer eens onder een artikel van Path op iPhoneclub. Het eigenzinnige sociale netwerk met een strikt maximumaantal van vrienden kon zijn stempel niet echt drukken in de wereld van Facebook, Twitter en WhatsApp, maar vergaarde amper vier maanden na zijn introductie opzien met zijn 2.0-makeover op 30 november 2011. De app nam het hamburgermenu van Facebook over, maar zorgde ervoor dat de knop meer een indicatie was voor het menu dan dé toegang naar het menu zelf. Path introduceerde het vegen van de hele pagina naar het schuifmenu, en dat is inmiddels onlosmakelijk verbonden aan dat hamburgermenu. De plus-knop onderin was daarnaast een schoolvoorbeeld van het eerder aangehaalde visceral design: een beweging die doet denken aan een natuurlijke krachtinspanning.

Maar Path stond aan de wieg van nog meer. Officieel was Twittelator Neuehalf oktober 2011 de eerste app waarin foto’s meebewogen met je scrollen, maar Path gaf ‘parallax scrolling’ een hoofdrol: bovenin je timeline en elke profielpagina, stuitte je op een grote foto die meebewoog. En daarboven zweefde de ronde profielfoto, waar meteen nog twee trends mee zijn beschreven: de ronde profielfoto en het gegeven dat je op sociale netwerken nu een coverfoto hebt naast een profielfoto. En het hanteren van semi-transparante vakken op de achtergrond, zie je zelfs letterlijk terugkomen in het notificatiescherm en Control Center van iOS 7. Stuk voor stuk lijken de designvernieuwingen van Path misschien marginaler dan de andere vier apps in deze lijst, maar tel ze bij elkaar op en je weet dat Path een speler van formaat is op het gebied van app-design.

Downloaden: Path
Lees op iCulture meer over Path.


26 januari 2012: Clear

Van knoppen naar vegen

App design best practices Clear

Het is bijna niet voor te stellen wat één takenlijst-appje heeft betekend voor app-designs en ontwikkelingen op iOS. De applicatie Clear die op Valentijnsdag vorig jaar verscheen, heeft een revolutie ontketend in de manier waarop apps worden bedacht en ontworpen. En dat op maar liefst twee verschillende vlakken. De eerste is meer een functie-ding dan een vorm-ding. Clear doorbrak een trend van applicaties die steeds omvangrijker en omslachtiger werden. In een tijd waarin elke nieuwe app meer functies moest hebben dan de vorige om zichzelf in de kijker te spelen, deed Clear precies het tegenovergestelde. Het schrapte álle functies die je niet altijd nodig hebt in een takenlijst en besloot één ding zo goed mogelijk te doen. Geen herinneringen, geen pushberichten, geen terugkerende taken, geen taken delen en geen notitieveld voor toelichtingen. Één ding: zo snel mogelijk een taak invoeren.

Maar de manier waarop Clear dat deed, die was pas echt opzienbarend. De applicatie verving alle knoppen in de applicatie voor veegbewegingen. Alle tekstregels waren taken en die kon je vegen. Houd een taak vast en sleep hem omhoog of omlaag, veeg een taak naar rechts om hem af te vinken en veeg een taak naar links om te verwijderen. De horizontale swipes over de tekstregels werden in april 2011 al toegepast door Twitter-app Tweetbot en daarvoor zelfs nog door Tweetie, maar na Clear werden de mogelijkheden zo duidelijk dat het balletje begon te rollen. Door Mailbox zijn we nu in rap tempo gewend geraakt om nieuwe mails weg te swipen in plaats van te verwijderen.

Of was Clear ook nog op een derde manier bepalend? De app verzette zich tegen de trend van een metal-look, leren stiksels of andere referenties die doen denken aan echte producten. Hij was abstract. Geen glanslaag, maar strakke bonte kleuren. Op iOS een trendsetter, maar in het grotere plaatje niet. Het flat design waar Apple en ontwikkelaars vanaf iOS 7 zo zwaar op inzetten, is een voortzetting van de Metro-designrichting die Microsoft in 2006 insloeg met Zune en echt doordrukte in Windows Phone 7. Natuurlijk geeft Apple er vanaf de herfst 2013 wel zijn eigen draai aan.

Downloaden: Clear
Lees op iCulture meer over Clear.

Dit is het geheim van CoolBlue

Elke maand solliciteren 3000 mensen bij CoolBlue. En dat is geen wonder, want CoolBlue is een zinderend bedrijf. Het is op dit moment eigenaar van 322 webshops in Nederland en België, maar dat zijn er tegen de tijd dat je dit leest al meer. Wat kan iedereen, elke appmaker, ondernemer en innovator hiervan leren? Wat is het geheim van CoolBlue?

Lessen van Coolblue voor ondernemers

In een afgeladen zaal in de Martiniplaza in Groningen vertelt CoolBlue-oprichter Pieter Zwart hoe het kan dat CoolBlue in 14 jaar tijd veranderde van een zolderkamer tot een bedrijf met 375 miljoen euro omzet. Zwart zoeft vaker door dezelfde slides, dat is duidelijk aan de professionaliteit waarmee hij presenteert. Tegelijk zie je dat hij nog lang niet moe is van het uitleggen van het speerpunt van CoolBlue: klanttevredenheid.

Geen loze belofte

CoolBlue werd in 1999 opgericht met de gedachte een toonaangevend bedrijf te worden op het gebied van klanttevredenheid. Het werd geen loze belofte, maar een beginsel dat in de hele organisatie werd doorgevoerd. Aan de bestuurstafel zit aan de ene hand van Zwart een commercieel directeur, aan de andere hand een directeur tevreden klanten. En in de contracten van nieuwe werknemers wordt nadruk gelegd op geld verdienen én klanten tevreden houden.

De aanpak resulteert in een overweldigende klanttevredenheid voor CoolBlue. 96 Procent van de klanten is tevreden over de webshops die vallen onder het bedrijf. Maar dan krijgt Zwart de zaal stil met een bijzondere uitspraak:

"Aan tevreden klanten heb je niks."

Dat vergt dan wel wat uitleg.

Zou u ons aanbevelen?

CoolBlue meet de klanttevredenheid aan de hand van een simpele vraag aan kopers: “Zou u ons aanbevelen bij een vriend?” Klanten krijgen een schaal van 1 tot en met 10 te zien volgens de Net Promotor Score. Alle antwoorden van 1 tot en met 6 zijn negatief en leveren een minpunt op. De 7 en de 8 staan voor passief tevreden klanten.

Leuk om te hebben. Maar die doen helemaal niks. Ook niet qua punten.

De scores daarboven zorgen pas voor een pluspunt. De 9 en 10 dus. Elk goed voor 1 punt. Met de puntenberekening pluspunten – minpunten bereikt CoolBlue een gemiddelde NPS-score van 66, fors hoger dan de beste banken (18), telecomproviders (1!) of supermarkten (23). Zwart is stellig:

“CoolBlue heeft niks aan klanten die maximaal een 8 geven. Klanten die een 9 geven, die zijn interessant. Die raden CoolBlue aan bij hun vrienden. En klanten die een 10 geven, hebben dat zelfs al gedaan.”

De mensen die een 9 en 10 geven, dat zijn de mensen die voor de groei zorgen. Niet de tevreden klanten, maar de extreem tevreden klanten. De Promotors.

Het geheim van Pieter Zwart

Hoe CoolBlue het mondhoekje omhoog krijgt

Die promotors, die zijn goud waard. En dus haalt CoolBlue net even wat extra’s uit om van een tevreden klant een promotor te maken. De presentatie van Zwart is doorspekt van voorbeelden, maar drie stuks springen eruit:

1. In de webshops van CoolBlue zie je niet alleen wat pluspunten van producten zijn, maar ook waarom je beter niet voor een product kan kiezen. “Zo ziet mevrouw Jansen dat die zware stofzuiger niet geschikt is om naar de zolder te sjouwen. Dan komt ze bij een andere stofzuiger terecht. Een klant met een Philips-stofzuiger via CoolBlue is blijer met de aankoop dan een klant die ‘gewoon’ een Philips-stofzuiger koopt.”

2. CoolBlue levert producten in blauwe kartonnen dozen die verbonden zijn aan een wedstrijd. Door een creatieve foto te maken en te delen, kan de klant iets winnen. “Uit onze meetonderzoeken kunnen we statistisch aantonen dat Nederlanders niet creatief zijn”, zegt Zwart terwijl hij foto’s van baby’s en katten in dozen toont. Maar: klanten delen de blauwe doos met merknaam massaal. Ze vinden het leuk.

3. De helpdeskmedewerkers van CoolBlue hebben geen doelstellingen anders dan de klant echt helpen. Soms horen medewerkers een persoonlijk verhaal aan en verwijzen ze daarnaar op een briefkaartje bij de bestelling. 149 medewerkers van CoolBlue sturen elke dag zo’n 10 kaartjes met persoonlijke boodschappen naar klanten.

Dat zijn volgens Zwart de kleine verwonderingen waarvan de mondhoeken van klanten ‘net iets omhoog gaan’. Van de kleine verrassing dat CoolBlue soms producten voor je afraadt, tot een persoonlijk kaartje aan jou gericht. Dat maakt van een klant een promotor. En dat is de drijvende kracht achter de groei van CoolBlue en een les voor elke appmaker en ondernemer: ga voorbij aan de 'gewone' tevreden klant.

Pieter Zwart sprak op 20 oktober 2014 bij de SMC050 in de Martiniplaza in Groningen. Dit is een crosspost met de website van SMC050.

Door Bart Breij - Appmeister. Na 20.000 apps getest te hebben voor iCulture, de grootste app-website van Nederland, help ik nu ontwikkelaars en ondernemers met appadvies. Hoe kan ik helpen?

Drie belangrijke app trends voor 2015

De voornaamste apptrends van 2015 op een rij. Over in-app abonnementen, namaak en het hamburgermenu. Wat moet je als gebruiker, maar zeker als appontwikkelaar weten?

3. Geen concept is meer veilig

Het is misschien een beetje flauw om een lijn die in 2014 is ontstaan, naar 2015 door te trekken. Maar het is een grote angstgegner voor elke appontwikkelaar: geen concept is meer veilig.

App trends 2015 Flappy Bird

Het simpele spelletje Flappy Bird werd een vrijbrief voor imitaties. Al voordat de ontwikkelaar het spel uit de App Store terugtrok, stroomde iOS en Android vol met klonen. De een met een vis, de ander met een anders gekleurde vogel, met alleen blokjes, een andere moeilijkheidsgraad of gewoon heel veel letterlijke één-op-één klonen. In de eerste maanden van 2014 verschenen elke dag zo’n 60 Flappy Bird-klonen in de App Store; de voor ontwikkelaars makkelijker bereikbare Google Play Store wordt dan nog niet eens meegenomen. Flappy Bird bestaat uit niet meer dan een vogel, herhalende buizen en een ‘duik’ in de besturing. Het bleek niet bijster moeilijk na te maken. Het hek was van de dam. Alle schaamte verdween.

Dus toen Piano Tiles halverwege 2014 een hit werd, stroomde de App Store vol met andere spelletjes waarop je snel op voorbij komende, gekleurde vakjes moet tikken. Het cijferpuzzelspel Threes werd door een webontwikkelaar versimpeld tot 2048 en die spelvariant kreeg honderden klonen in appvorm. Vaak gewoon met 2048 in de titel. Een handvol nog zo nobel Threes als inspiratiebron te noemen.

Maar niet alleen games werden getroffen. Het kleine berichtenappje Yowaarmee je andere gebruikers kon belagen met pushberichten met daarin alleen een ‘Yo’ (en wat andere slimme trucjes, zoals Yo’s ontvangen voor specifieke nieuwsberichten), werd eveneens onnoemelijk vaak nagedaan. Met net even een ander woordje misschien, maar precies hetzelfde idee en dezelfde uitwerking.

In het geval van Flappy Bird, Piano Tiles en Yo, bereikte geen enkele imitatie het succes van het origineel. Dat is een troost, maar het geeft wel aan dat ontwikkelaars en hobbyisten er niet voor terugdeinzen een goed concept razendsnel en zonder schaamte te imiteren.

Het maakt dat een app meteen al bij het debuut moet stáán. Ook qua verdienmodel. Hoeveel groter was het succes van Threes als het spel de eerste drie potjes gratis te spelen was, om gebruikers daarna pas te laten betalen voor de volledige versie? Nu verscheen 2048 als gratis imitator – en door de koopdrempel weg te nemen, trok die het brede publiek wél naar zich toe. Het momentum voor appontwikkelaars is verkleind. Een goed idee wordt vliegensvlug overgenomen, wat de uitwerking en het juiste verdienmodel in 2015 belangrijker dan ooit maken.
 

2. Van IAP naar IAS

De nummer één gratis applicatie in de App Store wordt 200 keer zoveel gedownload als de nummer één betaalde applicatie. Je moet als ontwikkelaar wel iets unieks, steengoeds hebben gemaakt om een app te worden waar een klant blind geld aan uitgeeft. Gratis applicaties worden populairder en populairder, en in-app aankopen steeds gangbaarder. Maar steeds vaker worden eenmalige in-app aankopen verruild voor een nieuw model.

App trends in-app abonnementen 2015

Het lijkt erop dat Candy Crush en vergelijkbare games ontwikkelaars hebben geprikkeld. Waar het in die spelletjes kinderlijk eenvoudig is om voortdurend geld uit te geven om ook maar een beetje makkelijker verder te komen, houdt de inkomensstroom bij veel non-game apps na één uitgave al op. Als gebruiker is het fijn dat je alle functies in een app voor 2,69 euro kan ontgrendelen en er daarna geen omkijken meer naar hebt. Als ontwikkelaar maak je een enorme commitment voor datzelfde geld. Gebruikers verwachten, nee verlangen, een applicatie die veelvuldig en lang wordt bijgewerkt.

Met name productiviteitsapps verschuiven steeds meer van IAP (in app-purchase) naar IAS (in-app subscription). De todo-app Wunderlist geeft je meer samenwerk-mogelijkheden voor 4,49 euro per maand. Evernote krijgt onder andere een presentatiemodus voor 40 euro op jaarbasis. En takenlijst Todoist scoort gewoon een gemiddelde beoordeling van 4,5 ster in de App Store en Play Store, ook al zijn handige functies als een notitie of bijlage aan een taak toevoegen, pas beschikbaar als je 23 euro per jaar voor de app over hebt. Maar ook bij brede consumentenapps is de beweging zichtbaar. Buienradar laat geen advertentie meer zien voor 1,79 euro per jaar; verkeersapp Flitsmeister toont een jaar lang de maximaal toegestane snelheden voor 3,59 euro.

Ontwikkelaars verkopen overigens niet alleen extra mogelijkheden, maar ook hun gunfactor. De woorden ‘help’ en ‘support’ komen vaak voor op de uitlegschermen van in-app abonnementen. Ik verwacht dat steeds meer applicaties die zelfverzekerd genoeg zijn om die steun te vragen, komend jaar van IAP of een conventioneel verdienmodel naar IAS zullen overstappen.
 

1. Het hamburgermenu gaat van de kaart

Misschien was Apple’s lange vastberadenheid om mobiele telefoonschermen compact te houden, de reden dat de apps Facebook en Path in 2011 een nieuw type hoofdmenu introduceerden. Het hamburgermenu: drie strepen links- of rechtsboven in de titelbalk van de pagina die een menu vanaf links of rechts het beeld laten inschuiven. Met name voor applicaties met heel veel verschillende pagina’s, lijkt het een uitkomst. Alle secties, alle links zet je er onder elkaar. Het virus dat je de helft van de applicatie wegstopte in een ‘meer’ tabblad onderin beeld, verdween als sneeuw voor de zon.

App trends 2015 hamburgermenu verdwijnt

Het hamburgermenu werd sterk geadopteerd door allerlei apps, met de selectie van Google als meest recente voorbeeld. Onder Android 5 Lollipop, hanteren Google Maps, Inbox, Google Docs en alle andere apps een hamburgermenu. Wat het min of meer een aanbeveling, of zelfs een richtlijn maakt voor Android-ontwikkelaars.

Maar tegelijk komen apps alweer terug op het hamburgermenu, en dat is niet zo vreemd. Net als bij een sitenavigatie wordt het aantal functies van een applicatie al snel overdonderend als het er meer dan een handvol zijn. De offline navigatie-apps van Skout (voorheen Skobbler) zijn daar een paar treffende voorbeelden van. Bijvoorbeeld GPS Navigatie 2 maakt gebruik van verschillende bronnen voor het downloaden en zoeken naar offline kaarten en lokale informatie. Die hebben allen hun eigen sectie in het hamburgermenu, waardoor je als gebruiker constant puzzelt welke van de pagina’s je moet hebben. Het ultieme voorbeeld van hoe het niet moet.

Een grote Nederlandse app die in 2014 overging op het schuifmenu, was NS Reisplanner Xtra. En diezelfde app versimpelde het menu nog geen half jaar later alweer flink. Informatie werd beter gegroepeerd in de app, puur om het hamburgermenu op te ruimen. Te ontdoen van ruis – want dat is het; je ‘over’ pagina dezelfde promintentie geven als de vertrektijden waar iedereen de app voor opent. Het hamburgermenu kan ervoor zorgen dat sommige afdelingen van een applicatie niet of nauwelijks meer worden benaderd, afhankelijk van hoe helder het menu is ingericht. Apps zullen moeten hun inhoud moeten hergroeperen, of afstappen van het hamburgermenu. Een prominente app als Facebook, die het menu als eerst op de kaart zette, ziet er zelf alweer vanaf. Ik vermoed dat vele apps zullen volgen.