De voornaamste apptrends van 2015 op een rij. Over in-app abonnementen, namaak en het hamburgermenu. Wat moet je als gebruiker, maar zeker als appontwikkelaar weten?
3. Geen concept is meer veilig
Het is misschien een beetje flauw om een lijn die in 2014 is ontstaan, naar 2015 door te trekken. Maar het is een grote angstgegner voor elke appontwikkelaar: geen concept is meer veilig.
Het simpele spelletje Flappy Bird werd een vrijbrief voor imitaties. Al voordat de ontwikkelaar het spel uit de App Store terugtrok, stroomde iOS en Android vol met klonen. De een met een vis, de ander met een anders gekleurde vogel, met alleen blokjes, een andere moeilijkheidsgraad of gewoon heel veel letterlijke één-op-één klonen. In de eerste maanden van 2014 verschenen elke dag zo’n 60 Flappy Bird-klonen in de App Store; de voor ontwikkelaars makkelijker bereikbare Google Play Store wordt dan nog niet eens meegenomen. Flappy Bird bestaat uit niet meer dan een vogel, herhalende buizen en een ‘duik’ in de besturing. Het bleek niet bijster moeilijk na te maken. Het hek was van de dam. Alle schaamte verdween.
Dus toen Piano Tiles halverwege 2014 een hit werd, stroomde de App Store vol met andere spelletjes waarop je snel op voorbij komende, gekleurde vakjes moet tikken. Het cijferpuzzelspel Threes werd door een webontwikkelaar versimpeld tot 2048 en die spelvariant kreeg honderden klonen in appvorm. Vaak gewoon met 2048 in de titel. Een handvol nog zo nobel Threes als inspiratiebron te noemen.
Maar niet alleen games werden getroffen. Het kleine berichtenappje Yowaarmee je andere gebruikers kon belagen met pushberichten met daarin alleen een ‘Yo’ (en wat andere slimme trucjes, zoals Yo’s ontvangen voor specifieke nieuwsberichten), werd eveneens onnoemelijk vaak nagedaan. Met net even een ander woordje misschien, maar precies hetzelfde idee en dezelfde uitwerking.
In het geval van Flappy Bird, Piano Tiles en Yo, bereikte geen enkele imitatie het succes van het origineel. Dat is een troost, maar het geeft wel aan dat ontwikkelaars en hobbyisten er niet voor terugdeinzen een goed concept razendsnel en zonder schaamte te imiteren.
Het maakt dat een app meteen al bij het debuut moet stáán. Ook qua verdienmodel. Hoeveel groter was het succes van Threes als het spel de eerste drie potjes gratis te spelen was, om gebruikers daarna pas te laten betalen voor de volledige versie? Nu verscheen 2048 als gratis imitator – en door de koopdrempel weg te nemen, trok die het brede publiek wél naar zich toe. Het momentum voor appontwikkelaars is verkleind. Een goed idee wordt vliegensvlug overgenomen, wat de uitwerking en het juiste verdienmodel in 2015 belangrijker dan ooit maken.
2. Van IAP naar IAS
De nummer één gratis applicatie in de App Store wordt 200 keer zoveel gedownload als de nummer één betaalde applicatie. Je moet als ontwikkelaar wel iets unieks, steengoeds hebben gemaakt om een app te worden waar een klant blind geld aan uitgeeft. Gratis applicaties worden populairder en populairder, en in-app aankopen steeds gangbaarder. Maar steeds vaker worden eenmalige in-app aankopen verruild voor een nieuw model.
Het lijkt erop dat Candy Crush en vergelijkbare games ontwikkelaars hebben geprikkeld. Waar het in die spelletjes kinderlijk eenvoudig is om voortdurend geld uit te geven om ook maar een beetje makkelijker verder te komen, houdt de inkomensstroom bij veel non-game apps na één uitgave al op. Als gebruiker is het fijn dat je alle functies in een app voor 2,69 euro kan ontgrendelen en er daarna geen omkijken meer naar hebt. Als ontwikkelaar maak je een enorme commitment voor datzelfde geld. Gebruikers verwachten, nee verlangen, een applicatie die veelvuldig en lang wordt bijgewerkt.
Met name productiviteitsapps verschuiven steeds meer van IAP (in app-purchase) naar IAS (in-app subscription). De todo-app Wunderlist geeft je meer samenwerk-mogelijkheden voor 4,49 euro per maand. Evernote krijgt onder andere een presentatiemodus voor 40 euro op jaarbasis. En takenlijst Todoist scoort gewoon een gemiddelde beoordeling van 4,5 ster in de App Store en Play Store, ook al zijn handige functies als een notitie of bijlage aan een taak toevoegen, pas beschikbaar als je 23 euro per jaar voor de app over hebt. Maar ook bij brede consumentenapps is de beweging zichtbaar. Buienradar laat geen advertentie meer zien voor 1,79 euro per jaar; verkeersapp Flitsmeister toont een jaar lang de maximaal toegestane snelheden voor 3,59 euro.
Ontwikkelaars verkopen overigens niet alleen extra mogelijkheden, maar ook hun gunfactor. De woorden ‘help’ en ‘support’ komen vaak voor op de uitlegschermen van in-app abonnementen. Ik verwacht dat steeds meer applicaties die zelfverzekerd genoeg zijn om die steun te vragen, komend jaar van IAP of een conventioneel verdienmodel naar IAS zullen overstappen.
1. Het hamburgermenu gaat van de kaart
Misschien was Apple’s lange vastberadenheid om mobiele telefoonschermen compact te houden, de reden dat de apps Facebook en Path in 2011 een nieuw type hoofdmenu introduceerden. Het hamburgermenu: drie strepen links- of rechtsboven in de titelbalk van de pagina die een menu vanaf links of rechts het beeld laten inschuiven. Met name voor applicaties met heel veel verschillende pagina’s, lijkt het een uitkomst. Alle secties, alle links zet je er onder elkaar. Het virus dat je de helft van de applicatie wegstopte in een ‘meer’ tabblad onderin beeld, verdween als sneeuw voor de zon.
Het hamburgermenu werd sterk geadopteerd door allerlei apps, met de selectie van Google als meest recente voorbeeld. Onder Android 5 Lollipop, hanteren Google Maps, Inbox, Google Docs en alle andere apps een hamburgermenu. Wat het min of meer een aanbeveling, of zelfs een richtlijn maakt voor Android-ontwikkelaars.
Maar tegelijk komen apps alweer terug op het hamburgermenu, en dat is niet zo vreemd. Net als bij een sitenavigatie wordt het aantal functies van een applicatie al snel overdonderend als het er meer dan een handvol zijn. De offline navigatie-apps van Skout (voorheen Skobbler) zijn daar een paar treffende voorbeelden van. Bijvoorbeeld GPS Navigatie 2 maakt gebruik van verschillende bronnen voor het downloaden en zoeken naar offline kaarten en lokale informatie. Die hebben allen hun eigen sectie in het hamburgermenu, waardoor je als gebruiker constant puzzelt welke van de pagina’s je moet hebben. Het ultieme voorbeeld van hoe het niet moet.
Een grote Nederlandse app die in 2014 overging op het schuifmenu, was NS Reisplanner Xtra. En diezelfde app versimpelde het menu nog geen half jaar later alweer flink. Informatie werd beter gegroepeerd in de app, puur om het hamburgermenu op te ruimen. Te ontdoen van ruis – want dat is het; je ‘over’ pagina dezelfde promintentie geven als de vertrektijden waar iedereen de app voor opent. Het hamburgermenu kan ervoor zorgen dat sommige afdelingen van een applicatie niet of nauwelijks meer worden benaderd, afhankelijk van hoe helder het menu is ingericht. Apps zullen moeten hun inhoud moeten hergroeperen, of afstappen van het hamburgermenu. Een prominente app als Facebook, die het menu als eerst op de kaart zette, ziet er zelf alweer vanaf. Ik vermoed dat vele apps zullen volgen.