In strijd met berichten die melden dat Facebooks populariteit afneemt onder jongeren, blijft het sociale medium maar groeien. Van 890 miljoen actieve gebruikers aan het eind van 2014, tot 936 miljoen nu. Er lijkt geen einde aan te komen. Maar dat heeft Facebook helemaal zelf afgedwongen. Wat kunnen appontwikkelaars leren van Facebook?
Dit artikel schreef ik in opdracht van app-vacaturesite Working Class Heroes. In overleg plaats ik het nu ook op mijn eigen blog.
Les 1: Meet gebruikersgedrag
Meten is weten. Dat weet Facebook als geen ander. Liefst 700 sensoren zijn in de app aan het werk om te zien hoe lang je de applicatie in een sessie gebruikt. Bij wat voor een bericht je de app afsluit – en hoe oud dat bericht is. Bij welke berichten je doorscrollt, en waar je blijft hangen. Of je reageert op zielige berichten, of je iemand feliciteert. Met die bagage weet Facebook voor iedereen een relevante nieuwsfeed te maken.
De hele app doorlichten zoals Facebook het doet, vergt enorme ontwikkelingskosten en tijd. Het is bovendien niet bevordelijk voor het batterijverbruik van de smartphone van gebruikers. Verwijder Facebook maar eens. Je telefoon gaat direct langer mee op een lading. Gebruikers die daar lucht van krijgen, zullen snel afkicken op je app.
Maar meten kan gelukkig ook erg eenvoudig. Door Google Analytics te hangen aan onderdelen in je app, zie je hoeveel gebruikers die onderdelen opvragen en hoe lang ze erop zitten. Valt die pagina die een hoofdrol speelt in je navigatiebalk, qua bezoekers ronduit tegen? Dan wordt het tijd om de navigatie in de app opnieuw in te richten.
Les 2: Beloon de gebruiker voor bezoeken
Facebook is samen met WhatsApp de app die Nederlandse smartphone gebruikers het vaakst op een dag openen. Het is een reflex geworden. Verveelmomentje? Open Facebook. Het sociale netwerk heeft die unieke luxe niet alleen veroverd omdat al je kennissen en familie berichten plaatsen op het netwerk. Je opent de app ook omdat je weet dat je iets gaat zien, wat je nog niet eerder hebt gezien. Facebook onthoudt welke berichten je al hebt gelezen, en zelfs als je de app een minuut later nog eens start, krijg je al andere berichten te zien. Facebook is allang afgestapt van het idee dat je altijd de nieuwste berichten wil lezen. Je wil vooral verrast worden. Geen dingen missen. Daarom zie je elke keer dat je de app opent, iets anders. Als gebruiker die de moeite neemt de app te openen, word je zo elke keer beloond.
Maak je een app voor een festival? Licht dan elke keer een andere artiest uit. Een gezondheidsapp? Geef elke keer een nieuwe sport- of eettip. Biedt je app geen oneindige hoeveelheid informatie om steeds iets nieuws en actueels te laten zien, werk dan met andere variabelen. Een goed voorbeeld is Triposo. De populaire reisgids-app schotelt informatie voor op basis van het moment van de dag. Vanaf een uur of 11 krijg je een lunchtip; in de middag worden musea aanbevolen en ‘s avonds heb je toegang tot de leukste cafés en discotheken.
Les 3: Pas de app aan op de gebruiker
Door de extreme hoeveelheid gemeten informatie, weet Facebook precies wat je wilt zien. Het bekijkt bijvoorbeeld van wie je veel berichten liket. Grote kans dat je meer berichten van die persoon te zien krijgt. Vertaal dat eens naar een nieuwsapp, zoals NU. Nieuwsapps werken nu nog vanuit de redactiegedachte in plaats van de lezer. De redactie bepaalt wat de topverhalen zijn. Maar als NU weet dat jij alles leest over de crisis in Griekenland, en je daarom altijd beloont met het laatste nieuwsbericht daarover, zou NU dan niet nog meer gebruikersbetrokkenheid creëeren?
Of vertaal die persoonlijke benadering naar een weerapp. Die zijn in vergelijking met Facebook ronduit statisch. Maar wat als je in de weerapp meet dat een gebruiker vaak de temperatuur overslaat en de regenkaart raadpleegt? Begin dan met de regenkaart. Beloon de gebruiker – en verleid hem dan dan ook de temperatuur later op die dag te bekijken. Met een interessante weerquote waarvoor je maar even hoeft te scrollen bijvoorbeeld. Of een aandachttrekkende badge op het tabblad temperatuur.
Les 4: Blijf testen
Natuurlijk had ook Facebook niet meteen geld en kracht om 700 gegevens te meten in de app. Er zijn ook hele andere manieren om te kijken wat wel werkt en wat niet in de applicatie. Het beste is: blijf testen. Verander de positie van een onderdeel en kijk hoe erop wordt gereageerd. Facebook is er heer en meester in. Weet je nog dat het hoofdmenu ooit een aparte pagina met negen knoppen was? Toen introduceerde Facebook het hamburgermenu, het vanuit links uitschuifbare menu dat zoveel apps hebben overgenomen. Maar Facebook zelf, die is er alweer vanaf gestapt. De appnavigatie staat nu gewoon weer onderin. Converteert beter.
Die voortdurende keuzes en doorontwikkeling heeft Facebook geen windeieren gelegd. Het sociale netwerk blijft maar groeien, gebruikers blijven maar komen en sterker nog: steeds meer mensen die zich ooit hebben aangemeld en Facebook links lieten liggen, gebruiken het nu alsnog actief. Van 60 procent in 2013 tot 65 procent van de aangemelde leden nu. Meten is weten – dat mantra bestond niet voor niets al heel lang. Maar als er nu één partij is die dat momenteel onderstreept, is het Facebook wel.